Waterbewust bouwen

Overzicht filters hemelwaterput

Vlario • 30 mei 2018

Indien je een hemelwaterput met hergebruik plaatst is een goede voorfilter cruciaal voor de goede werking. Er zijn verschillende filters beschikbaar op de markt. De keuze van filter is afhankelijk van het dakmateriaal (bv dakpannen, roofing, rieten dak, groendak,…) en het doeleinde voor hergebruik om de graad van zuivering te bepalen.
Hoe properder het water in de regenwaterput komt, hoe minder kans dat het later voor verkleuring en geuroverlast zorgt. Ook verstoppingen kunnen vermeden worden met de nodige filtering van het regenwater. Bijgevolg zal er ook minder onderhoud nodig zijn en minder slib in de regenwaterput terecht komen.

Dit artikel geeft een overzicht van de verschillende soorten filters met hun eigenschappen.
De afbeeldingen zijn louter illustratief ter verduidelijking.

Aansluiting regenwaterput

 

Alle dakoppervlakken kun je in principe zonder problemen op een regenwaterput aansluiten. Voor een groendak of rieten dak zijn echter soms speciale voorzieningen (zoals filter of voorbehandeling) nodig.

 

Het water dat afstroomt van terreinverhardingen, zoals terrassen en opritten, of uit drainages komt, sluit je best niet aan op de regenwaterput voor hergebruik binnen de woning. Dat regenwater kan immers vervuild zijn met detergenten, oliën en andere vervuilende stoffen. Sluit dat regenwater, indien nodig, met een gepaste voorzuivering aan op een infiltratievoorziening of, als infiltratie niet mogelijk is, op een buffervoorziening met vertraagde afvoer. Uiteraard mag je dat regenwater niet aansluiten op de vuilwaterafvoer.

 

 

Type filters

 

Wanneer zand, slib, bladeren etc. in de opslagtank terecht komen, kan dat een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van het water. De put zal gaandeweg vervuilen. Om de gewenste waterkwaliteit te behouden en het aantal reinigingsbeurten van de opslagput te verminderen, kun je een voorfilter plaatsen. Hiervoor bestaan verschillende systemen.

 

Je kan het regenwater op drie plaatsen filteren:

 

  • Bij een eerste filtering voorkom je dat bladeren en takjes in de regenwaterput terechtkomen. Anders kunnen er op de bodem van de put bladeren vallen en beginnen rotten. Voorzie in de dakgoot dus een spin of netje die het grofste materiaal tegenhoudt. Wijs je bouwheer erop dat hij af en toe, en vooral in de herfst, de goot dient te kuisen, zeker als er bomen in de buurt staan.
  • Voordat het water uit de put wordt aangezogen volgt de tweede filtering. Een fijnmazig gaas is aangebracht rond de aanzuigleiding zodat vaste deeltjes in geen geval de leiding kunnen verstoppen. Met deze twee filteringen is het water vaak van voldoende kwaliteit om het toilet te spoelen of de was te doen.
  • Indien het water toch nog kleur of een geurtje heeft, kan je eventueel nog kiezen voor een 3e filter na de pomp.

 

De belangrijkste type filters worden hieronder kort beschreven.

 

 

Bovengrondse voorfilters

 

Buisfilters of regenpijpfilters zijn bovengrondse filters die in de verticale regenwaterafvoerleiding aan de gevel worden geplaatst. Het vuil dat door de filter is opgevangen, wordt meestal, samen met een deel van het regenwater, afgevoerd naar de overloop van de regenwaterput. Het overige regenwater wordt verder naar de regenwaterput gevoerd. Onder die filters vallen o.a. de capillaire buisfilters en de cascade buisfilters.

 

 

Ondergrondse filters

 

Ondergrondse filters worden in de grond in een liggende leiding voor de regenwaterput geplaatst. Die filter heeft één toekomende leiding waarop meerdere regenwaterafvoerleidingen kunnen worden aangesloten, en twee afvoerende leidingen. Eén leiding leidt gefilterd water naar de regenwaterput, een andere leiding voert het vuil, samen met een deel van het regenwater, af.

 

Belangrijk bij deze filters is dat er een hoogteverschil is tussen de aanvoer- en afvoerleiding. Daardoor zal de aanzet van de regenwaterput dieper liggen. Tot de ondergrondse filters behoren o.a. de cycloonfilters, inlinefilters en de cascade- of volumefilters.

 

Nafiltering

 

Aanzuigleiding

 

Op het aanzuigpunt in de tank staat een filter om verstoppingen tegen te gaan en om de voetklep te beschermen. Die voetklep vermijdt dat de aanvoerleiding leeg loopt wanneer de pomp niet werkt. Een correct geïnstalleerde regenwaterput, met een filter vóór de put en een filter aan de aanzuigleiding, geeft een voldoende waterkwaliteit voor verschillende toepassingen. Plaats achter de pomp eventueel nog een mechanische filter die stofdeeltjes tegenhoudt.

Onderhoud en reiniging

 

De praktijk leert dat alle filters een minimaal onderhoud vergen. Een vuile filter zorgt voor rendementsverlies. Als het vuil zich opstapelt, stroomt er steeds minder water in de richting van de regenwaterput. Het is aangeraden dat de filter steeds toegankelijk is.

 

Sommige voorfilters zijn zelfreinigend, bij andere moet de filter regelmatig gereinigd worden. Bij zelfreinigende filters zal in principe altijd een klein deel van het regenwater samen met het vuil worden afgevoerd. Die afvoer gaat best samen met de overloop van de regenwaterput naar een gracht of infiltratiebekken. Je mag het niet aansluiten op de droogweerafvoer (DWA).

Afvoer naar een ondergrondse infiltratievoorziening is ook af te raden omdat het vuil dichtslibbing zou kunnen veroorzaken. Als je het water toch naar een ondergrondse infiltratievoorziening moet afvoeren, moet je de nodige voorzieningen nemen (zoals een bezinkputje). Die voorzieningen vragen ook op regelmatige basis een minimaal onderhoud. Desnoods kan de afvoer via een terugslagklep naar een openbare regenwaterafvoerleiding worden gestuurd.

Lees de instructies goed van uw filter voor een optimaal hergebruik.

Nuttige links