Waterrobuust bouwen

Visie van de verzekeraar

16 juni 2016

De verzekering tegen natuurrampen

Sinds 1 maart 2006 moeten alle brandverzekeringen ‘eenvoudige risico’s’ (woningen, kleine handelszaken, …) het gevaar natuurrampen omvatten. Dat dekt overstromingen, aardbevingen, het overlopen of opstuwingen van openbare riolen en aardverschuivingen of grondverzakkingen (wet van 17 september 2005). Onder overstroming wordt begrepen het buiten de oevers treden van waterlopen, kanalen, meren, vijvers of zeeën ten gevolge van atmosferische neerslag, het smelten van sneeuw of ijs, een dijkbreuk of een vloedgolf. Het begrip overstroming omvat eveneens het afvloeien van water wegens onvoldoende absorptie door de grond ten gevolge van atmosferische neerslag. Natuurrampen zijn verzekerd ten belope van dezelfde bedragen als degene die voorzien zijn in de brandverzekering.

 

Tot 1 maart 2006 vergoedde het Rampenfonds de slachtoffers gedeeltelijk en dikwijls na een lange procedure, voor zover de gebeurtenis die aan de oorsprong van de ramp lag (overstroming, aardbeving, … ) bij koninklijk besluit als ramp werd erkend. Dankzij de veralgemening van de verzekering hebben de slachtoffers van een natuurramp de zekerheid dat ze snel en volledig zullen worden vergoed, na aftrek van de eventuele vrijstelling, in overeenstemming met de voorwaarden van hun contract.

 

De wet maakt het mogelijk om bepaalde goederen van de dekking uit te sluiten, zoals de voorwerpen die zich buiten de gebouwen bevinden en die niet blijvend bevestigd zijn, de tuinhuisjes, de schuurtjes, de voorwerpen die gemakkelijk verplaatsbaar zijn, luxegoederen zoals zwembaden, tennis- en golfterreinen, constructies en hun eventuele inhoud die bouwvallig of in afbraak zijn, behalve indien deze constructies als hoofdverblijf van de verzekerde dienen, de gebouwen of gedeelten van gebouwen in opbouw of verbouwingen die niet bewoond zijn of normaal bewoonbaar zijn, alsook de voertuigen.

 

Met uitzondering van de verwarmings-, elektriciteits- en waterleidingen die er blijvend zijn bevestigd, mag ook de inhoud van kelders, die op minder dan 10 centimeter van de grond is opgesteld, worden uitgesloten voor het gevaar overstroming en overlopen of opstuwing van de riolen. Onder kelder verstaat men elk vertrek waarvan de vloer zich bevindt op meer dan 50 centimeter beneden het niveau van de hoofdingang die leidt naar de woonvertrekken van het gebouw, met uitzondering van de kelderlokalen die blijvend als woonvertrekken of voor de uitoefening van een beroep zijn ingericht.

 

De verzekeraar moet natuurrampen dekken minstens in overeenstemming met de wettelijke bepalingen. Een verzekeraar moet een voorstel maken tegen de maximumtariefvoorwaarden, vastgelegd door het Tariferingsbureau voor natuurrampen, indien hij geen dekking wil verlenen voor natuurrampen tegen zijn eigen tarief (premie of een vrijstelling) of wanneer zijn voorstel hoger ligt dan dit maximum. Hij moet de kandidaat-verzekeringsnemer ook meedelen dat die zich eventueel kan wenden tot een andere verzekeraar. Het Tariferingsbureau hanteert een premievoet van 0,9‰ (90 euro per 100.000 euro verzekerde waarde - 104,17 euro, taksen en bijdragen inbegrepen), en een vrijstelling van 610 euro geïndexeerd, hetzij 1.196 euro op 1 april 2014.

 

De wet bepaalt voor een geval dat een risico tegen overstromingen niet verplicht in de brandverzekering gedekt moet zijn. Het betreft een gebouw of gedeelte van een gebouw (en de inhoud), gebouwd na meer dan achttien maanden na de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het koninklijk besluit dat de zone waarin het gebouw zich bevindt als risicozone klasseert. De wetgever was van oordeel dat de solidariteit tussen verzekerde ophoudt ten opzichte van diegene die bewust nog in een officiële risicozone bouwt. Er is trouwens een informatieplicht in de wet op de natuurrampenverzekering wat eenvoudige risico’s betreft (artikel 68.7 § 4 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst) wanneer een goed in een officiële risicozone gelegen is en dat voor onder andere notarissen, architecten, gemeentelijke administraties, …

Kaart met Risicozones voor overstromingen op de website van Geopunt Vlaanderen

De termijn van 18 maanden liep tot 23 september 2008 voor alle officiële risicozones in Vlaanderen. Sedert, en dit specifiek voor Vlaanderen, is er ook het decreet van de Vlaamse Regering van 19 juli 2013 tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid verschenen die bijkomende informatieplichten invoert over de ligging van een onroerend goed in overstromingsgevoelig gebieden. De informatieplichten gaan verder dan deze die opgelegd worden door de wet op de natuurrampenverzekering en voor uitgebreider zones in omvang dan de risicozones voor overstromingen die de federale regering afbakende in dat kader. Als gevolg van het decreet dient de ligging van een onroerend goed in en effectief overstromingsgevoelig gebied, en afgebakende oeverzone en een afgebakend overstromingsgebied opgenomen te worden in de (verkoops)publiciteit over het onroerend goed alsook in de onderhandse en authentieke akten. Het decreet is in werking getreden op 10 oktober 2013.

 

Deze uitzondering is niet van toepassing op gebouwen gebouwd vóór 23 september 2008 in officiële risicogebieden en gebouwen die worden heropgebouwd na een schadegeval.

 

De houding van de verzekeraars ten opzichte van preventiemaatregelen

 

De verzekeringssector benadrukt vooral het belang van een goede sensibilisatie en een goede informatie vooraf van de kandidaat-(ver)bouwers in risicogebieden met betrekking tot mogelijke wateroverlast. Ze moeten met kennis van zaken een beslissing kunnen nemen. Als toch wordt beslist om in een overstromingsgevoelige risicozone te (ver)bouwen, kunnen ze dan ook tijdig de best mogelijke maatregelen nemen om de nadelige gevolgen van een overstroming zo veel mogelijk te beperken. In dergelijk geval, kan men het nemen van maatregelen die bijdragen tot een betere bescherming tegen wateroverlast, zoals waterrobuust bouwen, alleen maar toejuichen.

 

Elke verzekeraar heeft zijn eigen beoordelingscriteria en bepaalt vrij zijn tarief. Hij beoordeelt geval per geval en houdt daarbij, op de eerste plaats, uiteraard rekening met de ligging van de woning. Zoals al vermeld, kan hij de dekking tegen overstroming weigeren als het over een nieuwbouw gaat die opgericht wordt in een officiële risicozone. De eventuele preventiemaatregelen die een (kandidaat-) verzekerde genomen heeft, kunnen echter een gunstige invloed hebben op de risicobeoordeling door de verzekeraar. De verzekeraar zal logischerwijze de voorkeur geven aan permanente boven tijdelijke maatregelen. Bij tijdelijke preventiemiddelen die ingezet worden op het moment van (dreiging van) wateroverlast, bestaat immers altijd het risico dat ze niet op tijd worden geïnstalleerd, bv. indien de inwoner niet op tijd werd gewaarschuwd, het gevaar slecht heeft ingeschat of gewoon afwezig is.

 

De verzekeraars baseren zich op hun ervaring uit het verleden om hun verzekeringsvoorwaarden te stellen. Zij zullen ook niet nalaten om hun voorwaarden aan te passen in de loop der tijd, in geval van verbeterde schadestatistieken als gevolg van genomen preventiemaatregelen of in geval van verslechterde schadestatistieken als gevolg van bv. de impact van een nieuwe woonwijk op het watersysteem. Ze kunnen zich vandaag moeilijk een beeld vormen in welke mate waterrobuust bouwen een “positieve impact” met zich zou kunnen meebrengen betreffende schadebeperking. Dat zal de toekomst moeten uitwijzen. Dit mag echter de ontwikkeling van nieuwe preventiemaatregelen niet belemmeren, want indien effectief blijkt dat ze efficiënt zijn, zullen ze op termijn een gunstige invloed hebben op de risicobeoordeling van de verzekeraar.

 

Maar preventiemaatregelen worden nog altijd op de eerste plaats genomen om zich heel wat leed en kosten te besparen als gevolg van bepaalde gebeurtenissen.

Nuttige links
Kaart met Risicozones voor overstromingen

De officiƫle risicozones zijn terug te vinden op de website van Geopunt Vlaanderen.