Regenwater
Pesticidenvrij beheer: ontwerpaanbevelingen voor architecten
Ir. E. Boonen (OCW) & Dr. Ir. A. Beeldens (OCW) • 17 juni 2016

In dit artikel wordt ingegaan op de voornaamste preventieve maatregelen die genomen kunnen worden in het ontwerp en tijdens de uitvoering van verhardingen. Omdat voegen het meest vatbaar zijn voor onkruidgroei en vuilopstapeling, spitsen we ons in eerste instantie toe op kleinschalige elementen (halfopen verhardingen) zoals beton-straatstenen. Een extrapolatie naar andere verhardingen is echter mogelijk.
Preventieve maatregelen
Om onkruidgroei preventief te voorkomen of te verminderen dient men enerzijds rekening te houden met een aantal algemene aandachtspunten in de ontwerp- en uitvoeringsfase die een pesticidenvrij beheer zullen vergemakkelijken. Anderzijds kunnen ook een aantal specifieke keuzes voor de materialen in de opbouw van de verhardingen gemaakt worden uit het oogpunt van onkruidpreventie.
Alvorens het basisontwerp aan te vatten, kan de vraag gesteld worden of een verharding absoluut noodzakelijk is. Een verharding dient afgestemd te worden op de verwachte gebruiksintensiteit, de functionele eisen voor de toepassing en het straat- of omgevingsbeeld (eerder esthetisch). Uit deze overwegingen kan soms blijken dat een verhard oppervlak eigenlijk niet noodzakelijk is of dat eerder een ander soort verharding aangewezen is. Het is immers zo dat een betreden verharding veel minder gevoelig is voor onkruid dan een niet betreden verharding. Minder gebruikte paden of moeilijk te onderhouden verhardingen kunnen bijvoorbeeld door graspaden vervangen worden. Of er kan ook gekozen worden voor halfopen of open verhardingen waar enige plantengroei getolereerd wordt.
In sommige situaties is een verharding -uit functioneel en/of comfort-, esthetisch of ander oogpunt- toch noodzakelijk. Een belangrijke ontwerpkeuze hierbij is of de verharding volledig onkruidvrij moet zijn, of dat onkruidgroei getolereerd kan worden tussen de verharding. Dit zal een fundamenteel verschil maken in onderhoud en materiaalkeuze.
Bij het ontwerp en de uitvoering kunnen een aantal preventieve maatregelen worden genomen, om onkruidgroei tegen te gaan.
Algemene aandachtspunten in ontwerp en uitvoering
Aanliggende groenzones, risicozones voor onkruidgroei
Een aanliggende groenzone vormt een eerste belangrijk kenmerk bij een nieuwe, te ontwerpen verharding dat een verhoogd risico op onkruidgroei inhoudt, niet alleen als gevolg van uitzaaiing of ingroei vanuit de naburige vegetatie, maar ook van de mogelijke opstapeling van organisch materiaal en vervuiling in de voegen van de bestrating. Dit vormt een ideale voedingsbodem voor onkruidgroei op de verharding.

Aanliggende groenzones houden een groter risico op onkruidgroei in.
Besteed voldoende aandacht aan de afwerking van randen en boorden
Voorts is de afwerking van randen en boorden, en de uitvoering van bochten eveneens van essentieel belang voor onkruidpreventie. Bij onzorgvuldige uitvoering ontstaan snel probleemplaatsen voor onkruidgroei die naar de rest van de verharding kunnen uitbreiden.
Hierbij is het vooral aangewezen aan boorden en randen geen passtukken kleiner dan een halve steen te verwerken omdat deze snel kunnen loskomen onder invloed van verkeersbelasting.

Correcte afwerking met een streklaag van straatstenen.
Vermijd verzakkingen en onvlakheid
Verzakkingen en onvlakheid in een verharding spreken voor zich, maar kunnen vaak vermeden worden door een gepast ontwerp, een correcte dimensionering en een zorgvuldige uitvoering van de bestrating. Voor meer informatie verwijzen we naar de OCW-handleiding A80/09.

Verzakkingen zijn een ideale voedingsbodem voor onkruidgroei.
Beperk obstakels in een verharding
De aanwezigheid van obstakels in een verharding (paaltjes, verkeersborden, straatmeubilair, parkeerbarrières, enz.) vormen een vierde belangrijk ontwerpkenmerk op het gebied van onkruidbeheersing. Onkruid zal zich immers gemakkelijk rond dergelijke obstakels nestelen en zich zo over de rest van de verharding verspreiden.
Daarom verdient het aanbeveling obstakels ergens anders te plaatsen (bijvoorbeeld in een aanliggende groenzone, want plantengroei rond een obstakel in een aanliggende groenstrook wordt als minder storend ervaren) of tot een minimum te beperken (bijvoorbeeld verschillende verkeersborden op een enkele paal samenbrengen).
Andere oplossingen kunnen erin bestaan onder het straatmeubilair of andere moeilijk bereikbare plaatsen zoals fietsstallingen en bushokjes geprefabriceerde elementen uit één stuk of een gesloten verharding toe te passen of bij de keuze van het straatmeubilair aan het toekomstige onderhoud te denken (bijvoorbeeld verwijderbare obstakels, banken met twee in plaats van vier steunpoten of zwevend straatmeubilair).

Aanwezigheid van obstakels-probleemzone voor onkruidgroei rond een obstakel.
Voorzie kantstenen of kantopsluitingen
De aanwezigheid van een kantsteen of kantopsluiting aan de randen van de verharding is steeds noodzakelijk, om de stenen goed op te sluiten en uitspoeling van de straatlaag tegen te gaan.
Een kantopsluiting vermijdt zijdelings bewegen en roteren van de stenen onder verkeer, en beïnvloedt in grote mate de voegbreedte – zeker aan de randen van de verharding en bijgevolg ook indirect de onkruidgroei op het centrale gedeelte van de verharding.

Goede kantopsluiting is noodzakelijk om voegbreedte te waarborgen
Besteed voldoende aandacht aan het ontwerp van de straatgoot
Een ander belangrijk ontwerpkenmerk voor onkruidgroei is de aanwezigheid van een straatgoot van kleinschalige elementen naast de beschouwde verharding. Door de opeenhoping van vuil, water en organisch materiaal, en het hoge voegpercentage zijn dergelijke constructies gevoeliger voor onkruidgroei. Onkruidgroei in de voegen is vaak onvermijdelijk.
In dergelijke gevallen met verhoogd veronkruidingsrisico verdient het aanbeveling een straatgoot van grotere geprefabriceerde betonelementen of in het werk gestort beton aan te brengen en/of de voegen met een geschikte (waterdichte en krimpvrije) voegvulling (mortel, hydraulisch mengsel, epoxyharsen, enz.) zeer goed af te dichten. Afgeronde gootbanden zijn bovendien gemakkelijker te onderhouden, terwijl bij opstaande gootranden het vuil zich gemakkelijker ophoopt en onkruidgroei wordt gestimuleerd. Waar de rijbaan op de aanliggende parkeervoorziening aansluit, wordt de straatgoot het best tussen de rijbaan en de parkeervoorziening aangebracht, zodat auto’s bij de passage van borstel- en veegmachines niet hoeven te worden verplaatst en de straatgoot intensiever wordt gebruikt. De plaatsing van goten en straatkolken dienen daarbij in het geheel van de waterhuishouding van de verharding bekeken te worden, waarbij men voor een klassieke (niet-doorlatende) bestrating het water zo snel mogelijk tracht af te voeren om waterophoping in de constructie –en zo ook onkruidgroei- te vermijden.

Door de opeenhoping van water, grond en organische materialen vormen aanliggende straatgoten van kle
Hou rekening met het toekomstig onderhoud
Verder is het aangewezen om van bij het ontwerp rekening te houden met het onderhoudsregime en een afstemming te maken op het toekomstige curatieve onkruidbeheer. Dit aspect hangt nauw samen met de inplanting van obstakels, kantstenen en straatgoten zoals voorheen gezien. Geen of onvoldoende aandacht in de ontwerpfase voor dergelijke constructieve details kan probleemzones met moeilijk beheer(s)bare onkruidgroei doen ontstaan.

acht in het ontwerp voor machinaal onderhoud bij toekomstig curatief onkruidbeheer
Bepaal voegbreedtes in functie van de steensoort en het gebruik
Logischerwijze heeft ook de voegbreedte als ontwerpparameter een grote invloed op de potentiële onkruidgroei in een verharding. Uiteraard hangt de specificatie van de voegbreedte zeer nauw samen met de keuze van de straatsteensoort.
Daarnaast hebben heel wat andere, eerder beschreven ontwerp- en uitvoeringsparameters (kantopsluiting, stabiliteit, dimensionering, afwerking aan randen en in bochten) en het legverband een invloed op de uiteindelijke voegbreedte in de opgeleverde verharding.
Een visgraat-, elleboog- en keperverband vormen beter aaneen gesloten verhardingen en zijn aanbevolen voor de hogere verkeersbelastingen. Het eenvoudigere halfsteensverband is eerder geschikt voor voet- en fietspaden.

Impact van voegbreedte op onkruidgroei.
Voorkom contaminatie van de voegvullingen
Tot slot is het ook van belang contaminatie van de voegvulling als voedingsbodem voor onkruidgroei zo veel als mogelijk te voorkomen, ook in de ontwerpfase.
Dat kan onder meer door het vermijden van plaatsen waar de wind stilvalt zoals in opstaande randen en hoeken, zo weinig mogelijk niveauverschillen creëren, open ruimten in verhardingen correct afdichten, bijvoorbeeld door zorgvuldige afwerking rond obstakels en aan randen, keuze van de straatgoten, enz.
Specifieke materiaalkeuzen in de opbouw van de verharding
Een specifiek esthetisch effect kan nagestreefd worden door de keuzes die men maakt voor bepaalde materialen in de opbouw van de bestrating, zijnde voegvulling, straatlaag en straatsteensoort.
Algemeen kunnen we stellen dat er meer onkruidgroei zal optreden bij bredere voegen met vervuilde voegvullingen. Doorgaans treedt er ingeval van vervuilde voegvullingen, ook meer onkruidgroei op bij aanwezigheid van een gesloten straatlaag. Dit houdt wellicht verband met de hoeveelheid beschikbaar water voor de plant, welke negatief beïnvloed wordt door het hogere aandeel fijne deeltjes bij een gesloten straatlaag.
Tot slot kan ook de straatsteensoort een cruciale rol spelen, waarbij poreuze waterdoorlatende straatstenen vrij goed blijken te scoren. Men dient echter niet uit het oog te verliezen dat er ook een wisselwerking optreedt tussen straatlaag, voegvulling en vervuiling, en dat de gehele structuur (inclusief straatsteensoort) dient bekeken te worden in het kader van preventief onkruidbeheer.
Conclusies en vooruitzichten
Onkruidgroei kan op een kwalitatieve manier geïntegreerd worden in het omgevingsontwerp, door bewust te kiezen voor een ‘groener’ beeld. In sommige projecten is een onkruidbeheersing echter wenselijk.
Onkruidbeheer(sing) op verhardingen in kleinschalige elementen begint al vóór en tijdens de aanleg van de bestrating.
Smalle en goed gevulde voegen, de aanwezigheid van een waterdoorlatende straatlaag en een drainerende fundering beperken het risico op onkruidgroei.
Intensievere onkruidgroei bij bredere, met fijnkorrelig zand gevulde voegen wijst op het belang van een goede afwerking van de voegen en een geschikte keuze van het voegvullingsmateriaal. Een geïntegreerd onkruidbeheer met combinatie van zowel preventieve (ontwerp, uitvoering) als verschillende curatieve technieken is bovendien een absolute must.
Denk bij het ontwerpen en het aanleggen van een verharding onder meer hieraan om heel wat onkruidgroei preventief te vermijden:
- Inpassing in het bestaande straatbeeld (groene ruimte, stadscentrum, etc.)
- Afstemming op toekomstige onkruidbestrijding (bvb. toegankelijkheid machines)
- Correct dimensionering (in functie van te verwachten belasting)
- Afstemming op gebruiksintensiteit van de verharding
- Doordachte keuze van voegvulling (aard, korrelverdeling) in combinatie met straatsteensoort (voegbreedte, -percentage) en straatlaag (open/gesloten)
- Controle van de voegbreedte tijdens uitvoering
- Afwerking aan de randen en/of rond obstakels; gepaste kantopsluiting
- Voorkomen van vervuiling (bv. windstille plaatsen, opstaande randen)
Belangrijk hierbij is dat het gehele concept, d.w.z. de combinatie van straatsteensoort, voegvulling en straatlaag, bepalend zal zijn voor de latere onkruidgroei.
Nuttige links
Meer info over pesticidenvrij beheer kan u terugvinden op de webpagina van de VMM-campagne 'Zonder is Gezonder'.
Meer gedetailleerde informatie kan u terugvinden in de OCW-handleiding: A84/12 "Handleiding voor niet-chemisch(e) onkruidbeheer(sing) op verhardingen met kleinschalige elementen". Deze brochure kan u downloaden op de website van het OCW.