Het voorschrijven van groendaken, onbekende minnares met tal van maatschappelijke en private voordelen, kent een gestage maar trage opgang. Naar onderbouwde inschatting worden jaarlijks in Vlaanderen ca. 338 100 m² extensieve groendaken aangelegd (cijfers daterend van 2015).

Het project ‘Verhogen van de functionaliteit van groendaken’, getrokken door VIVES onderzoeksgroep Groenmanagement, liep een tijdje terug (31 augustus 2015) af. Het project ambieerde een vooronderzoek te voeren om in een volgende fase een reële functionaliteit aan groendaken toe te voegen. Het vooronderzoek kaderde de groendakmarkt, z’n sterktes, zwaktes en uitdagingen. Het verkende eveneens mogelijke opportuniteiten met andere technologieën. Heel wat resultaten zijn bijzonder interessant voor architecten. Een top 10 van aanbevelingen naar de architecten- en studiebureaus vormt slechts één sprokkel van alle resultaten binnen dit project.

k-studio

Wat denkt de bouwheer en architect van groendaken?

 

Tijdens de voorlaatste batibouw-editie (2015) gebeurde een doorgedreven bevraging van zowel particulieren als professionelen over hun houding van groendaken en andere duurzame bouwtechnieken. Enkele kengetallen:

 

  • Ca. 49% van alle respondenten (bouwheer of professional) overweegt een extensief groendak, terwijl slechts 2% ervan effectief reeds een groendak heeft. Contradictorisch gezien overwegen vooral mensen met een alleenstaande woning (die veelal buiten de watergevoelige stedelijke kern geacht worden) een groendak (50% t.o.v. slechts 33% op een appartement).
  • Van alle respondenten die aangeven geen interesse te hebben, blijkt dat 42% ervan eigenlijk de techniek of de voordelen niet kennen. Architecten vormen (zie verder) dan ook een belangrijke schakel voor de informatieverstrekking of keuze van een groendak. De bouwheer (juist) informeren vormt hierbij een noodzaak. Doch, bij de doelgroep zelf blijkt ook daar nog kennis te ontbreken. Bij de professionelen zelf (architecten, aannemers, …) geeft 32% van iedereen die geen interesse heeft aan dat hij onvoldoende kennis heeft over de technieken en/of voordelen.
  • Respondenten die wél de voordelen kennen, geven vooral aan dat het grootste voordeel de energetische (isolerend effect) meerwaarde zou zijn, terwijl dit een net overschat voordeel vormt. Tweede hoog geacht voordeel is er omwille van de invloed op de dakbedekking die de levensduur aanzienlijk zou vergroten.

 

Verkennend werd ook het belang van andere groene technologieën afgetoetst. Zo blijkt dat bouwheren voornamelijk aandacht hebben voor een lagere elektriciteits- verwarmingskost of duurzamer omgaan met waterverbruik.

Martens-Van Caimere Architecten, Passiefwoning Sint-Niklaas: extensief sedum-dak

De groendaksector zelf: ervaringen?

 

Binnen het onderzoeksproject werden ook de ervaringen  van het merendeel van de groendakfabrikanten en –plaatsers gedetecteerd. Welke knelpunten ervaren zij?

 

Groendakfabrikanten pleiten voor een nauwgezettere bestekomschrijving. Onvoldoende aandacht tijdens de (technische) ontwerpfase en uitvoering  leiden er immers toe dat bewust of onbewust anomalieën kans krijgen. Het aanzien van groendaken als volwaardig component van de bouwschil vormt hierbij een eerste stap. De praktijk wijst uit dat zowel (neutrale) bestekopmaak als (enige vorm van) werfopvolging te kort schiet. Enkele gevolgen zijn hiervan: ondermaatse groei van gewenste vegetatie (te weinig substraat), onkruidgroei (ongepast substraat waarvan de oorsprong vaak niet gecontroleerd wordt), … . De meerkost voor de herstellingen overschaduwt hierbij vaak het imago en de gederfde kost van een degelijke begeleiding.

 

De esthetische meerwaarde van een kwalitatief groendak overstijgt meervoudig deze van de economische meerkost t.o.v. een groen schaamlapje. Al te vaak rijden groendaken het gaatje dicht tot de maximale belasting, waardoor te schaarse pakketten zich opdringen.

 

Alsmaar meer producenten scharen zich daarbij met specifieke garanties van het maximale afvoerdebiet (uiteraard bij specifieke scenario’s). Het maximale afvoerdebiet ligt immers nauwer bij de doelstelling voor het ontlasten van het rioleringsstelsel dan benaderende hoeveelheden van waterretentie op het dak zelf.

Martens-Van Caimere Architecten, Project Lage energie-renovatie Sint-Niklaas

Top 10 aanbevelingen voor architecten

 

  • Beoog een productonafhankelijke bestektekst op te stellen, maar specifieer heel duidelijk de verwachtingen van de individuele lagen. Hiervoor kan u beroepen op onafhankelijke groendakspecialisten en kwaliteitsrichtlijnen als deze van FLL, RAL, … .
  • De performantie inzake retentie van groendaken is sterk variabel naar gelang de opbouw.
  • Respecteer minimale aanbevolen substraatdiktes. Extensieve groendaken doen het niet minder dan voor 6 cm substraat. Dit staat gelijk aan een benodigd gewicht van ca. 125 à 150 kg/m². Hiervan afwijken betekent onvermijdelijk mosgroei, plantenstress en kale plekken. Voeg je er kruidachtigen (anders dan mossen en vetplanten) eraan toe, voorzie je minstens 15 cm substraat.
  • Het bufferend vermogen van een groendak leidt tot een vertraagde afvoer van hemelwater, en kan op die manier de nood en kost van infiltratie reduceren.
  • Groendaken zijn actief inzetbaar als ballast voor zonnepanelen. Hierbij rekening houdend tijdens het ontwerpproces derft kosten en verhoogt de performantie van de pv-panelen.
  • Een nauwgezette werfopvolging is onontbeerlijk, ook tijdens de bouw van groendaken. De voorgeschreven dikte van substraat alsook de hoeveelheid stekken/zaad wordt best gecontroleerd tijdens de uitvoering. Dit zijn immers de voornaamste punten waarvan (bewust of onbewust) afgeweken wordt.
  • Maak een onderscheid tussen niet-zichtbare en zichtbare daken. Een uitgekiende beplanting op zichtdaken kan zelfs bij extensieve daken. De invloed van slagschaduw wordt hierbij vaak onderschat.
  • Voorzie een minimale opvolging/onderhoudscontract aan elk project van twee onderhoudsbeurten per jaar. Het borgt de hergroeigarantie en vermijdt kale plekken.
  • Groendaken zijn vooral tijdens de eerste jaren na opbouw erosiegevoelig. Het gebruik van vegetatiematten kan hiertoe (plaatselijk) een oplossing bieden.
  • Voorzie voldoende hoogte t.o.v. opstaande randen, loodslabben en aangrenzende deur- of raamopeningen. Hou hierbij rekening dat vocht ook capillair kan stijgen achter niet verlijmde lood.